Schilderijen 1950-1959

Het centrale gegeven op het Zicht vanuit atelier met open deur is de alom tegenwoordige ruimte waarin de overloop, de hall en de openstaande blauwe deur zijn ondergedompeld. De ongewone visuele optiek versterkt het lijnenspel dat langs alle zijden binnen en buiten het schilderij loopt. Deze imposante structuur overstijgt het lokale gebeuren (met een typische trapleuning uit de jaren vijftig) en geeft het werk een meer algemene betekenis. Via de deur straalt een diffuus licht het interieur binnen. De warme kleuren van het glasraam, waarin het zonlicht weerkaatst, staan tegenover de koelere blauwe en grijze tinten in het lijnwaad van het omgekeerde schilderij rechts. Hoewel het werk zich op de rand van de abstracte kunst bevindt, verwijst de expressieve en gestuele schilderwijze van enkele partijen nog naar het animisme.

Schilderijen 1940-1949

Vanaf het begin van de jaren veertig tekenen zich de eerste sporen af van een eigen benadering, hoewel van een persoonlijke zienswijze nog geen sprake is. In tegenstelling tot Jos Verdegem beoogt Antoon De Clerck geen geïdealiseerde weergave, maar wil de voorwerpen een eigen identiteit geven en ze poëtiseren. Eenvoudige thema's zoals een Leuvense stoof, een koffiekan en een waterketel doen in zijn werk Moeder aan de kachel hun intrede. De ijzeren staven van het stoofdeksel, aangeduid met zwarte lijnen die ter hoogte van de hand overgaan in zachtere tinten, onderbreken de beeldelementen. De monumentale verschijning van de vrouw, alsook de licht- en schaduwpartijen in haar gelaat verwijzen naar het werk van Verdegem. Maar tegelijk onderkennen we in de vormgeving en het koloriet invloeden van Constant Permeke en Gust De Smet. De krachtige expressie van het gelaat vormt een tegenstelling met de ondefinieerbare vorm rechts, die zowel voor een kast als een deuropening kan doorgaan. De sfeer in het werk is onder invloed van het animisme en het oorlogsklimaat getemperd en zwaarmoedig.

 

In het Meisjesportret uit 1945 tonen het gebruik van grote kleurvlakken en de zin voor synthese aan dat Antoon De Clerck onmiddellijk na de oorlog kennis heeft gemaakt met het werk van de kunstenaars Léger, Matisse, Cézanne en Mondriaan. Hij wil tot een eerlijke, directe en begrijpelijke plastische taal komen. Enkel de houding en de uitdagende blik van de imposante figuur verwijzen nog naar Verdegem, en onderhuids leeft een gevoel van ruimtelijkheid.

 

De Van Gogh-tentoonstelling in het najaar van 1946 in het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel fascineert Antoon De Clerck omwille van het eerlijke, ongekunstelde, diepmenselijke en gedreven karakter van diens kunst. Geïnspireerd door het zelfportret van Vincent Van Gogh brengt de kunstenaar -geaccentueerd door de vurige roodbruine tinten- een psychologisch getormenteerde beeltenis van zichzelf. De zwaarmoedigheid van dit werk houdt verband met de gezondheidstoestand van de kunstenaar. Dokter Verstraeten van het Sint-Vincentiusziekenhuis te Deinze stelt in die periode het begin van een tuberculosebesmetting vast. Dadelijk stopt hij alle activiteiten en aan het verblijf te Sint-Martens-Leerne komt na een drietal maanden een einde. Behoudens veel rust wandelt hij in de winter van 1946-1947 dagelijks in de natuur en herstelt langzaam.

Schilderijen 1930-1939

Op het schilderij Landschap uit 1934, gemaakt naar een prent van grootvader Modest, zien we twee boerderijen in vakwerk, een paar bomen, een beek, een boot, een houten brug en twee minuscule figuren. De heldere kleuren van de drogende was springen naar voren tegenover de eerder donkere tinten van muur en gras. Een zelfde effect speelt bij de boomstammen, die ten opzichte van de boerderij een gevoel van ruimte scheppen. De achterliggende lichtvlek verhoogt de tastbaarheid van het personage rechts. De grote aandacht voor het detail blijkt uit de gevarieerde kleurschakeringen van de weiden en het verweerde strooien dak en het verloop van de tonaliteiten bij de weergave van de zandwegen. De witte wolken en de blauwe lucht beklemtonen de sfeer van optimisme en levensblijheid. Het gebladerte, waarin een gevoel van beweging speelt alsof de wind door de takken van de bomen waait, getuigt van zijn gevorderde technische kennis.

 

Op dit schilderij baadt de dorpskern van Astene in een zonnige atmosfeer. De imposante hooioppers op de voorgrond zet hij -met een fel contrast tussen licht- en schaduwpartijen en met het mes- op een expressionistische manier op het doek. Op het achterplan duiden zware lijnen de aanzet van de eerste woningen aan, maar in de richting van de kerk krijgt de speling van de kleurvlakken een humaner en meer intiem karakter. Tegenover de architectuur met zijn constructivistische vormen staan de voorbijdrijvende witte wolkenslierten en de organisch geschilderde partij koren. De warme oranje toetsen suggereren de aanwezigheid van klaprozen en korenbloemen en het lijkt alsof de mulle zandweg het zonlicht absorbeert. Inzake penseelvoering en kleurgebruik staat dit werk dichtbij het animisme van Hubert Malfait

Home

Portret AntoonBij de uitzuivering van de beelden uit zijn vertrouwde omgeving spitst Antoon De Clerck de aandacht toe op bepaalde onderdelen. Hem interesseert vooral de ruimtelijke structuur, het vatten van de beeldcomponenten binnen hun kosmisch verband alsook het aanwezig stellen van hun onzichtbare dimensie. Als gevolg van zijn grotere aandacht voor een sterk realistische voorstelling vanaf 1972 catalogeerde men hem (enigszins verkeerdelijk) bij het hyperrealisme. De trend naar een zich steeds verder terugtrekken binnen zijn biotoop leidde vanaf het einde van de tachtiger jaren tot een grotere verdieping en vergeestelijking. De voorbije 50 jaar kreeg zijn authentieke visie op mens en maatschappij - waarbij hij vanuit zijn optimistische levensvisie het gebeuren van alledag omvormt tot een droomwereld - gestaag en consequent vaste vorm. Vanaf de jaren negentig begint hij opnieuw zeer intens te schilderen. Het kleine maar kwalitatief hoogstaand oeuvre dat de kunstenaar tot stand bracht heeft sinds lang een vaste plaats verworven binnen de rijke traditie van de Vlaamse schilderkunst.
Antoon De Clerck overleed thuis op 10 december 2001, ten gevolge van een hartaanval. Zijn stoffelijk overschot rust in het collumbarium op het kerkhof van Aalter.
Schilderijen van Antoon De Clerck bevinden zich vooral in privé-collecties (zowel particuliere als bankinstellingen), maar ook in museale collecties o.a.in het Stedelijk Museum voor Actuele Kunst in Gent, het Provinciaal Museum voor Moderne Kunst te Oostende, het Museum voor Schone Kunsten te Oostende, het Provinciaal Museum voor Schone Kunsten te Hasselt en het Museum van Deinze en de Leiestreek te Deinze.