Schilderijen 1980-1989

Het werk van Antoon De Clerck houdt een stille aanklacht in tegen de geringe belangstelling in onze samenleving voor het gebruik van de zintuigen; meer bepaald wat het kijken naar de dagelijkse werkelijkheid betreft. Daarom stelt hij dit aspect binnen een universele context steeds zo krachtig mogelijk aanwezig. De brug over een autosnelweg op het schilderij Relaties typeert de werkwijze die hij er op nahoudt. Door het vooraanzicht in kikvorsperspectief uit te werken versterken de gebogen lijnen het diepte-effect en krijgt deze imposante constructie een dreigend karakter. De kunstenaar toont het weidse landschap op een uitgezuiverde manier en gras en onkruid op de wegbermen zijn zintuiglijk waarneembaar. In een fractie van een seconde fixeert hij de voorbijrijdende wagen, waarbij de nadruk niet ligt op het element beweging maar op zijn aanwezigheid of verschijningsvorm. De uit rode en witte kleurstroken samengestelde paal is gedeeltelijk een geestelijk element en treedt op als scheidsrechter tussen de horizontale en schuine lijnen. Opvallend is de gevoelsmatige weergave van de ruige betonmuur en de harde metaalglans van de auto. Zoals uit de titel blijkt is niet de contrastwerking maar het samengaan van de verschillende componenten van belang.

 

"Men ziet dus gewoon de kat van achter bekeken, de oren, het lichaam, de staart, en men ziet heel goed aan de houding van de kat dat ze duidelijk naar buiten kijkt. Ze zit op een soort tapijtje dat een bepaalde vorm heeft, ik zou willen zeggen een uitlopende rechthoekige vorm, een uitlopende lange balk. Die lange balk is dan eigenlijk de weergave van het venster dat je daar ziet en binnen in het venster zit dan het contrast van de kleurige natuur. Want in de binnenruimten van Antoon De Clerck zijn de tinten zeer etherisch, zeer door het licht aangevreten. Buiten is dan de agressiviteit van de natuur, ik bedoel de helheid van de natuur, tegenover het warme rood van het raam, het groene van het grasperk, dan ergens het strakke van een huis dat daar staat. Men heeft al een tweede keer een ruimte die zich herhaalt en dan zie je als contrast dan nog eens de natuur. Dan merk je plots dat die organische vorm van die kat in feite weergegeven wordt op de muur, naast de kat links, door een soort golvende beweging, eigenlijk weer een afbakening van de ruimte. Dat is een werk dat model staat voor het oeuvre van Antoon De Clerck. Het is spontaan gegroeid vanuit zijn visie op de ruimte en toch is het een werk waarvan men zou kunnen zeggen dat het een soort Mondriaan is. Iemand die dus op een heel eigen manier de werkelijkheid een tweede dimensie heeft gegeven, het tastbare, de geur of de kleur van de vorm of de gestalte van zijn ontastbaarheid. Of het tastbare de gestalte van zijn ontastbaarheid heeft gegeven. Daarom vind ik dat een schitterend werk, waarbij het dus eigenlijk over de visie van de natuur -niet zoals Roger Raveel dat doet- maar op een andere manier, een meer etherische, een meer vergeestelijkte manier."

Hugo Brutin in een interview met Peter De Groot op BRT 2 - Radio West, 18 mei 1989